Dag 14 - Sequoia

18 juli 2013 - Sequoia National Park, California, Verenigde Staten

Dag 14 – Sequoia

Gisteren spraken we Nederlanders die net uit Sequoia waren gekomen, en met eenzelfde camper als wij over een weg waren gereden die bijna niet te doen was met de camper, zo zeiden ze. Leuk. Ik baalde nog van mijn benzinepompschade en had niet zo veel zin om er nog een spiegel af te rijden of zo. Dus met enige tegenzin begon ik aan de route naar Sequoia National Park. Sequoia staat bekend om zijn hoge bomen: de Sequoia’s. En schijnbaar staat de grootste boom ter wereld er. Het was voor ons voornamelijk een tussenstop op weg naar Yosemite, maar grote bomen meepikken is altijd leuk. Maar eerst die weg. Nou, die was inderdaad een uitdaging. Nadat ik al de ene haarspeldbocht na de andere had getrotseerd stond er ineens een bordje langs de weg, dat je dit beter niet kon doen met voertuigen langer dan 22 feet. Nou lekker dan, de mijne is 27 feet. Dat is ongeveer 9 meter. Size matters, dat bleek maar weer eens. Toch doorgereden en met uiterste concentratie uiteindelijk het hart van Sequoia bereikt, het Lodgepole visitor center met de bijbehorende Lodgepole campground waar wij een plekje gereserveerd hadden. Bij de receptie (eigenlijk meer zo’n checkpoint huisje midden op de weg) werd ik te woord gestaan door een zeer vriendelijke oude man, trots om (vermoedelijk als vrijwilliger) in zijn ranger outfit deze controles te mogen doen. Hij wilde mijn achternaam weten om de reservering te controleren. Met bevende hand ging hij de uitgeprinte reserveringslijst langs, en zei al zoekende ‘are you from Holland?’. Hij was in Holland geweest. Een paar weken in Leiden. Beautiful, vond hij het. Ik zei dat wij het hier heel wat mooier vinden, en als compromis bepaalden we dat het ‘anders’ was. Hij sprak nog uit dat wij Nederlanders zo bijzonder waren. We konden immers fietsen met een paraplu in de ene hand en onze mobiele telefoon in de andere. Dat klopt, zei ik, maar wij vinden hier naartoe rijden met een 27 feet camper daarentegen weer een uitdaging. Hij moest lachen, en na een vriendelijk wederzijdse groet reden we door tot onze plekje op de camping. Een primitieve camping, zoals vaak in de natuurparken. Geen aansluitingen, maar wel een picknick tafel, en een stenen cirkel waar binnen je een kampvuur kunt maken. Wat opviel was de overdosis aan beer-waarschuwingen. Als je niet beter zou weten zou je denken dat je het park niet levend meer uit komt. We kregen van de oude man bij de receptie nog wat informatie mee, waarin ook uitgebreid werd gewaarschuwd voor beren. Maar ook ratelslangen zouden hier voorkomen. Wees gerust, een beet is zelden dodelijk, stond er nog bij. De kinderen keken ons een beetje bedenkelijk aan. ‘Wat moet je doen als je een beer ziet?’. ‘Waar zitten die ratelslangen?’. Sven zag onder elk kiezelsteentje al een ratelslang zitten en volgens mij dit keer niet in de hoop om er eentje op te pakken, maar Aimée zag een heel ander gevaar. We hebben hier veel onweer gehad, Is het dan wel verstandig om een wandeling te maken naar de hoogste boom ter wereld? We moesten erg om haar lachen, maar het was bloedserieus bedoeld. Ook hier weer zo’n perfecte shuttle bus service. Dus we stapten tegenover onze kampeerplaats op de shuttle bus en stapten uit waar het wandelingetje begon naar ‘the largest tree in the world’, de zogeheten Sherman tree. Ik vroeg me af wat er dan bedoeld wordt met ‘the largest’. De dikste? De hoogste? En na hem gezien te hebben weet ik het nog niet. OK, hij was dik, en hij was hoog, maar was dit de grootste ter wereld? Het leek vergelijkbaar met de bomen in het noorden van Nieuw Zeeland (hoe heten die ook alweer, Kauri’s?) en vermoedelijk zullen er nog andere plaatsen op aarde zijn die claimen de hoogste, dikste of grootste boom ter wereld te hebben. Maar hij was evengoed indrukwekkend, deze Sherman tree. Daarna wilden we nog een andere wandeling doen, maar het was niet helemaal duidelijk hoe zwaar die was. Ik had flinke koppijn en Aimée stond ook niet te juichen. Sven wilde wel, want de wandeling zou eindigen bij een enorme waterval die in verschillende delen ruim 300 meter zou vallen (weet ik weer even niet zeker, kan er een meter naast zitten). De wandeling ging langs een riviertje, en op diverse plekken waren kinderen op de rotsen aan het spelen en glijbanen en dammetjes aan het maken, en de kinderen wilden eigenlijk niks liever dan dat water in. Mijn hoofd bonkte behoorlijk, dus we hebben de wandeling afgebroken en de kinderen zijn in hun onderbroek het water in gegaan. Altijd feest, klimmen op de rotsen en spelen in het water. Daarna terug naar de camper om te gaan eten. We aten buiten aan de picknick tafel, en zo’n beetje alles waar een luchtje aan zit (eten en toiletartikelen) moet je in een speciale beer-bestendige box bij je kampeerplek opsluiten. Die krijgen beren niet open. Als het aan Iris lag dan hadden de kinderen en ik vannacht ook in die berenbox geslapen; in elk geval is de hele camper gestript. Vervolgens aten we ons avondeten echter wel gewoon aan de picknicktafel. Pasta met tonijn, en ik kan niet uitsluiten dat er wat tonijn gemorst is door die twee kleine knoeiers. En ik weet van National Geographic dat beren gek zijn op zalm, dus een tonijntje gaat er dan ook wel in denk ik. Na het eten hebben we nog even fikkie gestookt. Gek genoeg mocht dit, ondanks de warmte hier, als je je maar aan de aangewezen plek houdt. De kinderen vinden het maar wat gezellig. Naarmate het donkerder wordt, wordt de sterrenhemel duidelijker en zie je in het donker bijna alleen nog maar kampvuurtjes van andere mensen om je heen in het bos. Zo is het middenin het park een oase van rust. De vermoeidheid slaat toe, en we gaan tijdig naar bed. Omdat we hier geen electriciteit hebben en je ’s nachts de generator niet aan mag hebben, kunnen we de airco niet aan doen. We hebben de raampjes van de camper dus openstaan voor de verkoeling, maar dan hoor je ook alles scharrelen rond de camper (tenzij je heel diep slaapt). Sven gaf al aan dat hij uit zijn raampje gaat kijken. Die heeft al een slang vast gehouden, nu nog een beer.

Foto’s

1 Reactie

  1. Lara:
    26 juli 2013
    Note to self, mochten we ooit óók zo'n reis gaan maken: camper van minder dan 22 feet huren, en eigen pan met anti-aanbaklaag meenemen. Handig zo'n blog!