Dag 16 (Zo 19 juli) – Glacier NP naar Big Timber

19 juli 2015 - Big Timber, Montana, Verenigde Staten

Big Timber? Wat valt daar te beleven? Nou, niets eigenlijk. Maar het volgende doel is Yellowstone, en dat was echt te ver rijden op één dag. We hebben dus een campground gezocht zo ver mogelijk onderweg richting Yellowstone zodat we morgen niet al te lang hoeven te rijden (evengoed nog 4 uur trouwens), en dan het liefste een campground die de kinderen nog wat vertier zou geven na een lange rit in de auto. De keuze viel op deze campground in Big Timber, want al waren de reviews ervan niet zo super (en dat geldt voor alle campgrounds in de buurt), er is schijnbaar een groot zwembad naast de campground met diverse lange glijbanen en dat soort pret. Evengoed hadden we nog een heel lange rit voor de boeg vandaag, naar schatting een uur of 6 rijden, dus we wilden niet al te laat weg om überhaupt nog tijd over te hebben om te zwemmen bij aankomst. Maar we waren amper op weg op de highway 89 South vanuit St. Mary (bij de ingang van Glacier NP) of we kwamen op een stuk met wegwerkzaamheden. Bij ons pakken ze dan een stuk van hooguit een paar honderd meter, maar hier moesten we ettelijke kilometers stapvoets rijden over een nauwelijks begaanbare weg. En verspreid over de hele dag treffen we dat uiteindelijk niet één keer, maar wel vier keer. Elke keer als er weer een bord met een waarschuwing voor wegwerkzaamheden opdoemde zakte ons de moed in de schoenen. Dat heeft ons vandaag echt veel tijd gekost, en ik ben nog blij dat ik er zonder lekke band vanaf ben gekomen. Onderweg viel er ook bar weinig te beleven. De zon en de grijze wolken waren weer een dagje armpje aan het worstelen, maar de wolken wonnen meestal, tegen de weersverwachting in. Het landschap was een beetje saai. Vaak een glooiend landschap tot aan de horizon met geen boompje te zien, alleen maar dor gras. Hier en daar stond er een bordje met ‘historic site ¼ mile ahead’, en vervolgens flitste je langs een soort gedenksteen op een plek waar Winnetoe ooit een veldslag heeft gewonnen van de cowboys. Ik verzin het natuurlijk, maar we rijden hier namelijk door het ene na het andere indianenreservaat. Dat is ook wel te zien aan de ‘dorpjes’ waar we doorheen rijden, net zoals in Canada is het in de indianengebieden steeds armoe troef. Ook dit is Amerika. Half ingestorte houten huizen met roestende auto’s ernaast, niet onderhouden velden met landbouwwerktuigen die al jaren op hun plek staan te roesten en de auto’s die je ziet rijden hebben deuken, ontbrekende koplampen enzovoort. Ik weet het, ik val in herhaling. De mensen, enigszins getint dus vermoedelijk afstammelingen van een indianenvolk, sjokken over straat. Wat is hun doel, vraag ik me af. Je wieg zal hier toch gestaan hebben. Opvallend genoeg hebben na verloop van tijd veel van die dorpjes in het centrum een groot dinosaurus beeld staan. Vermoedelijk is dit een streek waar wat botresten van dino’s gevonden zijn? Ik kan die beesten geen ongelijk geven dat ze hier zijn uitgestorven. De staat Montana moet blij zijn met iets fraais als Glacier NP, want verder is het droevig. Later op de dag wordt het landschap iets aardiger als de zon wat doorbreekt en een gouden glans geeft aan de graanvelden. Maar mijn blik is op gericht op oneindig, de cruise control staat op 70 miles per uur en dat is best pittig met die camper, dus ik concentreer me op de lijntjes op de weg waar ik tussen moet blijven. Na een lunch bij MacDonald (eerste keer pas!) in het stadje Great Falls knallen we nog een paar uur door tot we bij Big Timber aankomen rond een uur of 16:30. De campground ligt helaas pal aan de snelweg en direct zien we tot onze grote schrik dat het zwemparadijs waarvoor we hier eigenlijk zijn gekomen er verlaten en vervallen bij ligt. Geen water, geen mensen, groene uitslag op de glijbanen, een en al verpaupering. Ik onderdruk een vloek, we hadden de kinderen nog niks gezegd alsof we een voorgevoel hadden, maar dit is toch even een teleurstelling. Ze zien de glijbanen en slaken even een vreugdekreet, maar direct leg ik ze uit dat dit inderdaad de bedoeling was maar dat het helaas dicht is. Op de campground lijkt in eerste instantie alles een beetje oude meuk, en zoals meestal op de campgrounds word ik bij de receptie te woord gestaan door een oudere, gezette dame. “Vandermark? That must be Dutch!”. En zoals ik gisteren nog voor de grap in mijn verslag vertelde, ja hoor, mevrouw had familie uit Nederland en is opgegroeid in een ‘Dutch community’ hier een paar miles vandaan. Maar Dottie, zoals ze heet, is eigenlijk erg aardig en probeert (tevergeefs) het ene Nederlandse woord na het andere er uit te gooien, maar ik ben nog een beetje in de baalmodus vanwege het zwembad en moet mijn best doen om er heel enthousiast op in te gaan (maar ik deed best aardig hoor). Uiteindelijk blijken we het hier toch onverwacht naar de zin te hebben. Het is heerlijk weer qua temperatuur, de zomer is in dat opzicht weer terug, en het zonnetje heeft nu de overhand. Het is een kleine, relaxte campground, het blijkt zelf ook een best leuk zwembad te hebben, en Aimée en ik nemen snel een plons. Sven is eerst een beetje uit zijn hum en heeft nergens zin in. Maar nadat ik op het basketbalveldje met hem een potje basketbal draait hij bij. Sven en Aimée hebben uiteindelijk tot laat op de avond de grootste lol samen op de campground, na het eten maken we voor het eerst deze vakantie een kampvuurtje (mocht tot dusver niet vanwege brandgevaar) en we roosteren wat marshmallows aan een stokje, hoewel dat eigenlijk ontaard in een heel plakkerige bedoening en behalve Aimée vind niemand ze lekker zo. Maar lol hebben we wel en zo sluiten we de dag met een goed gevoel af. Nadeel van de campground is alleen dat we voor de zoveelste keer dichtbij een treinspoor zitten, en ik weet niet wat het is met die treinen in Canada en de VS, maar alsof de machinisten taxichauffeurs zijn in Bombay toeteren ze de hele tijd, en dat gaat de hele nacht door. Geloof me, met die toeters die ze hier hebben schiet je midden in de nacht dwars door je camperplafond van schrik. Mij benieuwen komende nacht.